Ik nam plaats naast mijn moeder op de bank in de zaal van het uitvaartcentrum. Lenie kon elk moment binnengedragen worden. Achter mij liepen mensen naar de andere kant van de zaal om daar plaats te nemen. Ik voelde een warme hand over mijn schouder gaan. Ik keek om en daar liep Davine. Ze liet me even weten: Ik weet dat je er bent en dat het moeilijk is.
Twintig jaar geleden!
Binnen no-time hadden we elkaar na afloop gevonden. Twintig jaar geleden alweer! We hadden tijd te kort. Zoveel te vertellen en zoveel herinneringen die naar boven kwamen. Dit moesten we voortzetten en een afspraak was niet snel daarna gemaakt.
Gisteravond was het zover. Een hapje eten. Mijn moeder kwam oppassen en voordat ik de deur uitliep zei ik: ‘Je hoeft de babyfoon waarschijnlijk niet bij de overburen te brengen hoor! Ik denk dat ik rond 21.30 uur weer thuis ben’. Nu ben ik nooit zo goed geweest in het inschatten van de tijd, maar het werd….. 23.45 uur, hihi.
Spraakwater
Het was alsof we elkaar gisteren nog hadden gezien en we pakten de draad gelijk weer op. Binnen een half uur lagen we gevouwen van het lachen over de tafel. De meneer en mevrouw aan het tafeltje naast ons werden stiller en stiller en luisterden geamuseerd en met rode oortjes naar het ophalen van herinneringen uit onze wilde tijd. Conclusie was in ieder geval dat we met volle teugen genoten van het leven!
Steeds als we weer een blik op de kaart wierpen, kwam er iets boven dat absoluut niet kon wachten. ‘Weet je nog? Die ene keer!’ De serveerster was al een keer of acht bij ons langsgekomen om te vragen of we een keuze hadden gemaakt. De negende keer kwam ze even zeggen dat we zelf maar even een seintje moesten geven als we het wisten. Een uur later waren we eruit. Het eten werd gebracht, maar tijd om te eten hadden we niet. Ik moet zeggen: koude kabeljauw smaakt toch een stuk minder lekker.
We zijn toch nog goed terechtgekomen
Er is een hoop gebeurd in twintig jaar. We waren allebei gesetteld, man en twee kinderen, droomhuis gekocht en veel afgevallen. Die behoefte om alles uit het leven te halen, alles mee te maken en alles te zien is er bij ons allebei nog steeds. Heerlijk die herkenning en bevestiging. Ik ben niet aan het vluchten, ik zit gewoon zo in elkaar.
Wie had dat gedacht! Dat er nog wat van ons is terechtgekomen is een wonder! Al pratende kwamen we erachter dat we toch wel heel erg veel op elkaar lijken. Geen wonder dat het gelijk weer zo goed klikt.
De foto die we maar niet moeten plaatsen
Thuis ben ik de zolder opgedoken om foto’s van vroeger op te zoeken. Ik moest hier een blog over schrijven en naast de foto van gisteren zou ik ook een foto van vroeger plaatsen. De foto heb ik gevonden, maar plaatsen doe ik ‘m niet. In mijn herinnering was het een leuke kermisfoto waar we allemaal lachend en gek op stonden. Gek dekt de lading in mijn geval niet. Krankzinnig komt niet eens dichtbij. Met het schaamrood op mijn kaken bekijk ik de foto. Dit moest aan het eind van de avond zijn geweest en ik was duidelijk niet aan de spa rood. Uiteraard heb ik ‘m vanmorgen even gedeeld met Davine en hebben we er weer om kunnen gieren van het lachen.
Tot snel, Davine!
Leave a Reply