Het is 12.10 uur. Ik zet het geluid van mijn telefoon aan. “Hij zal zo wel bellen”. Vanachter mijn pc werp ik regelmatig een blik op de klok. 12.15 uur. Ik check voor de zekerheid nog even mijn telefoon. Geen gemiste oproep. Stijn kennende staat ‘ie nog even te kletsen met zijn vriendjes op het schoolplein. Om 12.20 uur besluit ik toch even naar huis te bellen. Hij zit vast al op de bank met zijn broodjes en zijn favoriete Youtube’r aan. Als de telefoon niet wordt opgenomen begin ik me toch een beetje zorgen te maken.
Een ongeluk zit in een klein hoekje
Om 12.30 uur slaat dan toch een beetje de paniek toe. “Hij zal toch niet met een vriendje zijn meegegaan en mij niet bellen? Er zal toch niets gebeurd zijn onderweg?” Ik denk even aan zijn lotgenootje Trevor. Een ongeluk zit in een klein hoekje.
Dan besluit ik actie te ondernemen. Ik leg mijn werk neer en bel de buurvrouw. Gelukkig is ze thuis en loopt ze gelijk even naar buiten. Geen fiets en ook geen Stijn voor de tv.
De overbuurman is inmiddels ook op de hoogte en rijdt de route van huis naar school om uit te kijken naar Stijn.
Ik heb al een paar moeders van vriendjes gebeld en ook daar is Stijn geen broodje gaan eten.
Ik begin me nu toch echt zorgen te maken. Ajb, dit overkomt mij toch niet?! Terwijl ik me de school bel, spring ik in mijn auto en sjees ik naar huis. Het is gelukkig maar een klein kwartiertje rijden.
Ook de juffen hebben hem niet meer gezien en zijn in de veronderstelling dat hij naar huis is gegaan.
Onderweg gaan er toch allerlei gedachten door mijn hoofd. Ze maken me misselijk. “Waarom moet ik dan zo nodig werken?!”, zeg ik boos tegen mijzelf.
Stijn is terecht!
Dan gaat mijn telefoon. “Hij is terecht!”, roept de juf blij door de lijn. “Hij is nu onderweg naar huis”.
Thuis wordt duidelijk dat zijn huissleutel niet aan zijn sleutelbos zat en hij daarom een broodje is gaan eten bij de overblijf. Ik geef hem nog een snelle kus en race weer terug naar mijn werk.
Een nieuwe poging
Drie dagen later doen we nog een poging. Ik zit op mijn werk en weer kijk ik om de 2 minuten op de klok. In plaats van wachten besluit ik dit keer zelf te bellen. Na ongeveer vijf keer bellen is het 12.25 uur. “Niet weer!”
Ik bel de overbuurman en al snel komen we erachter dat er problemen zijn met de huistelefoon en Stijn gewoon zijn broodje zit te eten. We spreken af dat Stijn om 13.00 uur weer naar school gaat.
Gelukkig is mijn overbuurman alert en loopt hij toch nog even naar de overkant om 13.05 uur. “Stijn, hoe laat moest jij naar school?”. “Oeps, dan ben ik nu zeker te laat?”,zegt hij schuldbewust tegen de overbuurman. Met een noodgang komt hij uit zijn hangmodus van de bank en sjeest hij naar school.
Toch maar overblijf regelen. Ik kan niet eens boos worden. Stijn is Stijn. Die middag vraagt hij: “Mam, mag ik binnenkort een mobiele telefoon?” Ik proest het uit van het lachen. “Jij een telefoon?”, vraag ik hem verbaasd. Hij kijk me aan en zegt zich van geen kwaad bewust: “euh, ja”. “Als jij je jas niet meer bij het voetbalveld laat liggen, je bal niet in het zwembad achterlaat, je beker meeneemt uit school en de tijd niet meer vergeet als je weer naar school moet….dan, dan mag jij een mobiele telefoon”. Gelukkig kan hij er zelf om lachen en schuldbewust zegt hij: “Oh ja, ik snap het”.
Hij leunt achterover en vindt het allemaal prima, want Stijn is Stijn.
Ineke
Je zou ze toch……….maar vooral heel een van houden❤️❤️❤️❤️❤️