Kom even je schoenen aantrekken. “Nee”. Nog één hapje en dan ben je klaar. “Nee”. De ‘Nee’-fase. Ik herinner me deze nog als de dag van gisteren. De hele dag door hoorde ik niet anders.
Nee, nee, nee
Voordat ik iets kon vragen schalde de nee al veelvuldig door de kamer. Dan kroop Isa richting de dvd-speler en riep ze zelf al heel hard “Nee!”. Dan stak ze haar hand uit naar de knoppen, keek ze me aan met een schuin oog en riep ze: “Euh, euh….Nee, nee” om vervolgens toch even aan de knoppen te draaien.
Het was over met de rust. Ik kon mijn kont niet keren of ze had weer een bloem uit de vaas te pakken en met een beetje pech was daarmee ook de vaas omgevallen en liep het water in de afstandsbediening.
Je moest minstens een been breken
Naar de supermarkt was helemaal een uitdaging. Even in het karretje zetten en door de supermarkt sjezen was er niet meer bij. Zodra ik haar omhoog tilde, duwde ze de kar met haar voeten zover mogelijk bij mij vandaan. Toen ik dat in de gaten kreeg en de kar bij voorbaat al tegen een muurtje aanzette, strekte ze haar benen zodat ik op z’n minst haar benen moest breken om haar in het karretje te krijgen.
Uit het karretje kostte minstens zoveel moeite. Er blijft altijd een voet hangen achter de spijlen en die schattige knuisjes moeten altijd iets vastpakken waardoor je ze met geen mogelijkheid uit de kar krijgt.
Zelluf, zelluf
“Zelluf, Zelluf!!” Ook zo’n leuke fase. Die kleine karretjes in de supermarkt; Degene die dat heeft bedacht moeten ze opsluiten. Na twee keer met een noodgang tegen je hakken te zijn aangereden lig je bijna kermend van de pijn in het gangpad. En dan die leuke stapels producten in het midden van de winkel waar ze dan net even iets te hard op af rennen met het karretje. Nog maar te zwijgen over de onbekende boodschappen die ineens in de kar verdwijnen. Boodschappen doen werd niet alleen een tijdrovende klus, ook een hele dure.
Ja, maar…
Die tijd is voorbij. Ik kan weer in mijn eigen tempo boodschappen doen en hoef niet meer ogen in mijn achterhoofd te hebben. Bloemen en kaarsen staan weer veilig op de tafel en ik heb geen vingers meer op het televisiescherm.
Maar, had iemand mij niet even kunnen waarschuwen voor deze puberfase?! De ‘Ja, maar’-fase. Elk antwoord begint met de woorden “Ja, maar…” Ik word er gek van!
Zet je schoenen even in de gang. Ja, maar ik trek ze straks toch weer aan.
Om 18.00 uur thuis zijn. Ja, maar mijn vriendinnen mogen allemaal later.
Eet je bord leeg. Ja maar Stijn heeft ook nog wat laten staan.
Ik ga voor de winst
Dit gaat de hele dag zo door. En denk maar niet dat je wegkomt met een: “Doe gewoon” of “Geen discussie”. Nee hoor, ze gaan net zolang door tot je geen weerwoord meer hebt. Het is een soort spelletje. Wie het langste volhoudt. En als ze dan niet kunnen winnen, dan rennen ze al schreeuwen weg zodat ze je antwoord niet meer horen. Zo heeft ze toch weer het laatste woord en sta je er weer als een sulletje bij te kijken.
Op dit soort moment verlang ik terug naar de Nee-fase.
Ik ga mijn avondeten klaarmaken inclusief redenen waarom we witlof eten. Ik ga voor de winst vanavond!
Leave a Reply