De arbo-arts vertelde me dat voor rouw een half jaar staat. Ik hield me eraan vast. Nog 4 maanden te gaan en dan zou alles beter worden…. Maar dat werd het niet.
Wanhoop, verdriet en misselijkheid
Onder mijn tafel heb ik ruimte voor tijdschriften, boeken en af en toe een verdwaalde korst van een boterham. Als ik op mijn knieën alle boeken en tijdschriften weghaal en met een doekje de overgebleven kruimels, nootjes en onverklaarbare voedselachtige voorwerpen weghaal valt mijn oog op het boek van Karin Kuiper ‘Je mag mij altijd bellen’. Ik sla het boek open en lees:
“Dus had ik geen idee dat het verlies als zoutzuur zou doorvreten, dat de pijn elke dag intenser zou worden, dat de wanhoop ongekend was, en dat de weg naar voren in eerste instantie naar achteren voerde”
Ik dacht terug aan een periode, niet eens zo lang geleden, dat ik uit wanhoop midden in de nacht wakker werd. Misselijk van verdriet, zoekend naar adem en uiteindelijk alle opgehouden tranen en emoties de vrije loop liet. Er ging geen uur voorbij dat ik niet aan Dennis dacht en mijn maag omkeerde. Soms zelfs letterlijk en dan moest ik rennend naar de wc.
Glimlachend liep ik door de Efteling
Ik kon mij niet voorstellen dat het minder zou worden. Hou zou ik ooit over dit grote verdriet heen komen? Natuurlijk bleef ik leuke dingen doen en leek ik voor de buitenwereld een sterke vrouw die het verdriet wel kon dragen. In werkelijkheid ging ik kapot van verdriet. Zelfs mijn lichaam reageerde op mijn verdriet met onverklaarbare kwaaltjes. Er waren zelfs momenten dat ik niet meer wilde.
Terwijl ik nog een stukje verder lees in het boek van Karin Kuiper besef ik dat ik ongemerkt een fase voorbij ben. Ik ben niet meer misselijk van verdriet en ik kan weer echt af en toe genieten van dingen die ik doe. En nu niet alleen maar met het opzetten van een glimlach terwijl ik met mijn kinderen in de Efteling loop. Nee, nu geniet ik met elke vezel in mijn lichaam. Ik lach oprecht omdat ik blij ben en geniet van die lieve kinderen van mij. Ik word niet meer verdrietig als ik merk hoeveel Stijn op zijn vader lijkt. Ik geniet daarvan!
“Voor rouw staat een half jaar”
De maanden na het overlijden van Dennis werkte ik niet. Ik kon het gewoon niet. Ik was om 09.00 uur alweer moe en ik wilde alleen maar de gordijnen dichttrekken, diep onder de dekens kruipen en huilen. Dat kon niet. Ik had nog twee kleine schatten die verzorgd moesten worden en waarvoor ik overeind moest blijven. Ik kwam terecht bij een arbo-arts die mij vertelde dat voor rouw een half jaar stond. Daar hield ik me aan vast. Ik telde af. Nog 4 maanden en dat wordt alles beter…
Een half jaar was verstreken en ik was nog steeds verscheurd van verdriet. Hoe kon iemand nou zeggen dat rouw een half jaar duurde? Ik zag nog niet eens een klein lichtpuntje aan het einde van de tunnel!
De volgende fase
En nu, zonder dat ik het in de gaten had, ben ik in de volgende fase beland. Kan ik weer intens genieten van kleine dingen, is die lach ineens niet meer om de buitenwereld te overtuigen maar omdat ik echt weer blij kan zijn en denk ik aan al die mooie herinneringen in plaats van die verdrietige momenten.
Ik zal dagelijks nog denken aan Dennis. Hoe kan het ook anders… Ik heb hier in huis een kopie van 8 jaar rondlopen. Toch kan het echt. En maken de verdrietige gedachten plaats voor mooie herinneringen.
Wil je het boek van Karin Kuiper bestellen? Klik dan hier
Leave a Reply