• Mail: info@veertienkusjes.nl

Dit is niet goed… Dit is niet goed…

800 601 Veertienkusjes


We zetten het cadeau voor oma op de achterbank en stappen in de auto. Stijn heeft net een Nerf-pistool gekocht en is druk bezig met het laden van de pijltjes. Isa zit op de achterbank. Ze stuurt tante Mariska nog even een appje om te laten weten dat ook wij bijna bij oma zijn. Oma wordt 65 jaar en hoewel ze het eigenlijk helemaal niet wilde vieren hebben we haar toch weten over te halen. 

Dit is niet goed…

Ik rij de kruising over een ineens is daar een oorverdovende klap. Ik hoor het ijzer scheuren en opkrullen. Ook hoor ik van alles op straat vallen. De airbags klappen uit het dashboard wat ik eigenlijk pas merk als ik tot stilstand kom. Ik voel een enorme klap op mijn knieën en buiten hoor ik vloeistof op het wegdek neerkomen. Ik weet gelijk. Dit is niet goed. Dit is niet goed…

Als de auto niet meer in beweging is valt het stil. Doodstil. Of het komt omdat ik even buiten westen ben of omdat het moet landen weet ik niet. Het is stil…..

De kinderen!!!

Als ik omhoog kom besef ik wat er is gebeurd. We hebben een ongeluk gehad en het is niet goed! Ik proef bloed in mijn mond en mijn knieën tintelen. Ik durf niet naar beneden te kijken omdat ik bang ben voor wat ik te zien krijg. “De kinderen!!!!” Een paniekscheut trekt door mijn hele lichaam. Ik kijk schuin achter me en zie de paniek in Isa haar ogen. Ze ademt heel hoog en kort en begin dan ineens gillend te huilen. “Help me!!! Help me!!!”, schreeuwt ze. Stijn zit naast me in elkaar gezakt en zachtjes hoor ik hem kreunen.

Oerkracht

“Ik moet eruit!!” Ik voel aan mijn benen en een opluchting volgt. “Yes, ze zijn heel en ze doen het nog!”. Als ik de deur open probeer te duwen hoor ik het staal kraken en scheuren. De deur gaat niet open. Intussen hoor ik Isa achter me gillen. Ze heeft pijn en ze moet uit de auto! Stijn hoor ik helemaal niet. Ik moet naar hem toe!. Met alle kracht die ik in me heb duw ik de deur open. Ik geloof dat ik op dat moment in staat moet zijn geweest om een stadsbus op z’n kant te duwen. 

Dennis, ik heb je nodig

Zonder om me heen te kijken ren ik naar de andere kant. Isa hoor ik gillen, wat ik op dat moment een goed teken vind en besluit daarom eerst de deur van Stijn te openen. Hij kijkt me aan met de meest angstige ogen die ik ooit in mijn leven heb gezien. Dan raakt hij buiten bewustzijn. Zijn bovenlichaam zakt in elkaar en hij laat zijn hoofd hangen. “Nee!!! Nee!!! Niet doodgaat! Alsjeblieft! Niet doodgaan!” In paniek ren ik om de auto heen en schreeuw ik om hulp. Mijn benen voelen als elastieken en ik kan maar met moeite blijven staan. “Ik kan dit niet aan! Ze zijn alles wat ik heb!”. Isa mag niet ook nog eens haar broertje kwijtraken. Ik wou dat Dennis bij me was. Hij had geweten wat ik moest doen. Later pas besef ik dat hij juist bij ons was op dat moment. 

“Dennis, ik heb je nodig!”

Van alle kanten komen mensen aansnellen. Iemand pakt mij vast en houdt mij bij de auto weg. Ik ben in paniek en al mijn gedachten stort ik over deze man uit….

Afsluiten met een cliffhanger lijkt mij niet gepast dit keer. Echter, het verhaal is te groot om in één keer te plaatsen. Ten eerst vanwege het aantal woorden, maar ten tweede ook omdat het erg emotioneel en moeilijk is om het goed op papier te krijgen. Ik ga jullie daarom alvast vertellen dat het goed gaat met ons. Binnenkort vervolg ik mijn verhaal in een deel 2.



  • 1
4 comments
  • Martine
    REPLY

    Lieve Esther, ik ‘stuit’ net op je blog (zoals ik voordat ik je laatst bij De Jonge Weduwe ontmoette al vaker deed): tranen in m’n ogen, wat ontzettend heftig!! En wat zal er in die angstige momenten veel door je heen zijn gegaan. Jeetje, meis…
    Wat superfijn dat het goed met jullie gaat!!!
    En zo mooi (èn waar!!) wat je schrijft: Dennis was bij jullie. Zeker wel. Altijd. <3

    Liefs, Martine Helmstrijd

Leave a Reply

Your email address will not be published.