Dennis zijn passie was Ajax. Hij ging naar elke thuiswedstrijd samen met zijn vader. Nu moest ik zijn Ajax-vrienden gaan vertellen dat hij is overleden. Naar ‘zijn’ stoel in vak 126.
Als klein jongetje was Dennis al overal aan het voetballen. Uiteraard zat hij op voetbal, maar buiten het veld trapte hij ook regelmatig een balletje. Toen hij mij eens vertelde over zijn voetbalmiddagen met zijn buurjongen gierde hij van het lachen. Het bleef namelijk niet alleen bij een balletje over trappen. Ze trapten de ballen tegen garagedeuren en auto’s tot grote ergernis van de buurtbewoners.
De passie voor voetbal werd met de paplepel ingegoten. Zijn vader nam Dennis regelmatig mee naar het voetbalveld en vertelde hem verhalen over Ajax. Thuis werden alle voetbalwedstrijden gekeken. Dat Dennis op een gegeven moment mee mocht met zijn vader en opa naar Ajax kwam niet als een verassing. Volgens zijn vader had Dennis eerst alleen maar oog voor de man met de kroketten, later ging hij het spelletje voetbal waarderen en ging hij er helemaal in op.
Ajax stond met grote letters in de agenda
Hij miste geen wedstrijd. Ajax stond met grote letters in onze agenda. Vanaf het begin van onze relatie wist ik dat hij alles voor me wilde doen. Afspraken verzeten, tijd vrijmaken voor me, maar de wedstrijden van Ajax waren heilig. En dat was goed. Het was zijn grote passie. Ik heb me er altijd over verbaasd dat hij na terugkomst van de wedstrijd ook nog eens naar de uitgebreide samenvatting wilde kijken. ‘Je ziet toch meer’, zei hij dan.
De eerste jaren baalde ik regelmatig als hij weer naar Ajax moest. Hij was dan toch bijna de hele zondag weg. Als hij dan terugkwam had ik ook niets aan hem, want dan ging de tv gelijk aan om de samenvatting te kijken. Later keek ik mee en begon ik het steeds leuker te vinden. Ik keek de wedstrijd op tv mee als Dennis in het stadion zat en voor voetbal inside bleef ik ook thuis. Ik vond het zo leuk dat ik zelfs regelmatig mee ging als zijn vader op vakantie was.
Ik zag de twinkeling in zijn ogen
De eerste keer keek ik mijn ogen uit. Vak 126. En dan denk je toch als eerste aan hooligans, fakkels, schreeuwen, vechten en schelden naar de tegenstander. Het viel allemaal reuze mee. We haalden koffie en kletsten nog wat met de vaste groep. Er hing eigenlijk we
l een relaxte sfeer. Toen de spelers het veld opkwamen zag ik een twinkeling in Dennis zijn ogen. Dit was duidelijk zijn passie. Het was een beetje alsof je oog in oog komt te staan met je grote idool. De hele wedstrijd zong hij luidkeels mee en moedigde zijn club aan.
De eerste wedstrijd zonder Dennis zat eraan te komen. Zijn vader had al laten weten niet meer naar Ajax te willen. Dat voelde niet meer compleet zonder Dennis. Hij had daar zoveel herinneringen en wilde er voorlopig niet heen. Nu lagen er twee seizoenskaarten voor me. Wat moest ik nou? Die jongens uit het vak wisten niet eens dat hij was overleden. Hoe moeilijk het ook was, besloot ik met één van Dennis zijn beste vrienden naar de wedstrijd te gaan.
Hé, is Dennis er niet?
Toen we de trap opliepen kwamen de tranen al. Dit was echt wel heel moeilijk hoor. Hij had hier gewoon de trap op moeten lopen om zijn cluppie aan te moedigen. In plaats daarvan liep ik met lood in mijn schoenen naar ‘zijn’ stoel. ‘Hé, is Dennis er niet?’, werd er gelijk geroepen. Toen moest ik het vertellen. Het nieuws sloeg in als een bom en verspreidde zich als een lopend vuurtje door het vak. Dit gebeurde altijd als er bijvoorbeeld een supporter van Feyenoord op de tribune zat, dan zag je het nieuws zich verspreiden door vak 126. Nu ging het nieuws over Dennis het vak door.
In de rust galmde ‘Three Little Birds’ van Bob Marley door de speaker. Dit nummer had hij ook uitgezocht voor zijn uitvaart. Weer liepen de tranen over mijn wangen. De steun die ik kreeg van iedereen uit het vak was overweldigend en voelde heel goed. Ik begreep toen ineens wat Dennis bedoelde met ‘het is als een soort grote familie’.
Een jaar lang ging ik naar iedere thuiswedstrijd. Vaak met een vriend van Dennis, maar ook wel alleen. Het voelde alsof ik dat moest doen voor Dennis, maar ook voor Stijn. Het was Dennis zijn grote droom om ooit samen met Stijn naar Ajax te kunnen gaan. Nu moest ik dit voor hem doen.
Toch nam ik na een jaar de moeilijke beslissing om de seizoenskaart op te geven. De uitwedstrijden keek ik allang niet meer op de televisie en als er weer een thuiswedstrijd was, dan regelde ik met tegenzin oppas voor de kinderen om naar Ajax te kunnen gaan. Ik voelde die passie niet die Dennis en zijn vader voelde. Zijn seizoenskaart heb ik ingelijst en aan zijn vader gegeven. Een mooie herinnering aan al die jaren naar Ajax met zijn zoon.
Ik lig op de bank in Dennis zijn Ajax-vest en zap wat rond. Ik stop even als ik de samenvatting van de wedstrijden uit de eredivisie voorbij zie komen. Toch even kijken wat Ajax heeft gedaan dit weekend.
Leave a Reply